Bij onze berichten over het groeiende aantal auto’s per 100 woningen (variërend van 98 in Zaanstad tot 123 in Oostzaan) werden door lezers allerlei oorzaken aangedragen: slecht OV, corona (altijd een excuus voor alles) en natuurlijk de woningnood: jongeren zouden langer thuis blijven wonen waardoor het aantal auto’s per huishouden zou stijgen.

Maar klopt het? Loopt het aantal personen per huishouden op?

Nee dus. Niet in Zaanstad (en ook niet in Wormerland – voor Oostzaan zijn we nog aan het rekenen).

Het aantal inwoners van Zaanstad (gele balk) neemt tussen 2000 en 2021 toe van 136.000 naar 157.000 (+16 procent). Het aantal huishoudens (groene balk) stijgt van 58.000 naar ruim 70.000 (+22 procent). Dat betekent dus minder (en niet meer) personen per huishouden. In 2000 was dat nog 2,3 en dat daalde tot 2,2 in 2021 (bruine lijn).

Meer eenpersoonshuishoudens

Het zou overigens nog steeds kunnen dat er relatief gezien meer huishoudens met kinderen zijn dan 20 jaar geleden. Maar ook dat blijkt niet uit de cijfers. Het percentage huishoudens met kinderen (onder, groene deel van balk) blijft vrijwel stabiel: 38 procent in 2000 tegen 37 procent in 2021. Het percentage huishoudens zonder kinderen (gele deel van balk) daalt, van 31 naar 27 procent.

De stijging zit bij de eenpersoonshuishoudens, dat aandeel steeg van 31 naar 36 procent. In absolute zin groeide dat in Zaanstad van 18.000 naar ruim 26.000. Dat heeft vooral consequenties voor het soort huizen waar behoefte aan is. Wel allemaal woningen met een parkeerplaats dus.

De verdeling van woningen in Zaanstad:

Bron: CBS

Lees ook:

Foto: Gemeentearchief Zaanstad, Poelenburg in aanbouw, 1962.