Het tekort van Zaanstad op de jeugdhulpverlening in 2018 is geen € 3,9 miljoen zoals het college eerder meldde maar € 5,9 miljoen.

Zaanstad heeft onvoldoende zicht op de oorzaken van de tekorten. De kosten voor specialistische jeugdhulp zijn niet goed in beeld bij de gemeente.

Dat concludeert de Rekenkamer in het rapport over het onderzoek Jeugdhulp in Zaanstad.

Zaanstad heeft wel geprobeerd de kosten te beheersen maar het effect van de maatregelen is beperkt aldus de Rekenkamer: “er is hooguit een stabilisering van kosten.”

De Rekenkamer onderzocht 2014-2015 de zorg voor de jeugd in Zaanstad en de overheveling van de kosten van het Rijk naar de gemeente:

“Naar aanleiding van dat onderzoek deden we onder meer aanbevelingen gericht op het risicomanagement, de monitoring en de informatie daarover richting de raad. In het huidige onderzoek constateren we dat deze aanbevelingen beperkt of niet zijn uitgevoerd. Dit vormt voor ons een deel van de verklaring voor de geconstateerde tekortkomingen – gebrekkig zicht op gebruik, kosten en ontwikkelingen.”

De raad is volgens de Rekenkamer wel vaak geïnformeerd over de ontwikkelingen in de jeugdhulp maar “door een gebrek aan goede gegevens en het ontbreken van nadere – op de Zaanse situatie toegespitste – analyses schoot de informatievoorziening echter inhoudelijk tekort.”

De Rekenkamer vindt dat registraties en zicht op de kosten betere geregistreerd moeten worden en meer verdiepende analyses moeten worden uitgevoerd.

Ook wordt gesuggereerd de informatievoorziening aan de raad te verbeteren door de raad regelmatig en systematisch te voorzien van onderbouwde informatie.

In een reactie stelt het college dat het zich kan “vinden in alle aan hen gerichte aanbevelingen en neemt deze over.”

De samenvatting en het onderzoek zelf zijn op de website van de Rekenkamer te vinden.