Op mijn audiovisuele apparaten zit een pauzeknop, die ik indruk als de telefoon gaat, of als mijn aanwezigheid in de keuken wordt vereist.

Door Anneke van Dok

Echter, dat de minister bij de prikactie tegen COVID-19 ook een pauzeknop indrukt, wekt op zijn minst verbazing. Hij heeft niet door, dat zijn luchtige beeldspraak geen vertrouwen wekt.

Zijn boodschap, dat de vaccinering twee weken moet worden opgeschort komt keihard aan bij mensen, die met smart op een oproep wachten. Zodat ze hun kleinkinderen weer eens kunnen bezoeken of een weekje naar Valkenburg mogen.

Ik heb een hekel aan het verhullend taalgebruik, waar de minister een handje van heeft. Zeg gewoon waar het op staat en laat rare termen als dashboard en pauzeknop achterwege. Zeker wanneer het om de gezondheid gaat. Een slechte boodschap is zonder hokuspokus al moeilijk genoeg te bevatten. Vooral voor mensen, die de taal niet goed genoeg beheersen om beeldspraak om te zetten in een concreet begrip.

Een ‘Coronapaspoort in de vorm van een app met een QR- code’ wekt een andere emotie op dan het simpele woord inentingsbewijs: het gele boekje dat je krijgt als je bij de GGD je injecties hebt gehaald.

Onbegrip heeft soms nare gevolgen. Zo kwam er eens een vrouw op de poli met ernstige brandwonden op haar arm. Het advies ‘Deppen met gekookt water’ was net iets te kort door de bocht geweest. En hoe groot was de vreugde van een huurster, die het bericht van haar huisbaas kreeg dat haar huis zou worden geamoveerd*.

Bovendien is taal ook nog eens streekgebonden. Zo zal een Brabander niet begrijpen dat een Zaankanter het omgekeerde bedoelt als hij ‘ik doe nog even zuinig’ zegt, en vervolgens de glazen tot de rand toe vult. En een Zaankanter zal niet begrijpen wat een Zeeuw uit Arnemuiden bedoelt met: Moek ok hè**.

* gesloopt

** Moet ik ook hebben