Hoewel ik geen lid ben van een kerkgenootschap, doet het me pijn als ik hoor of lees over het lot van de Vermaningen en andere beeldbepalende godshuizen. Zo ook over de koehandel in Wormer en Zaanstad.

Door Anneke van Dok

Andere beeldbepalende panden met een zakelijke bestemming worden vanwege hun architectonische ‘schoonheid’ wel gespaard, maar zodra het gaat om een gebouw met een religieuze historie, ligt de sloophamer al klaar en wordt het meubilair er alvast uitgehaald.

Ik heb zelf ooit geprobeerd een beeldbepalend hervormd kerkje, waar het sloopbesluit al over genomen was, te redden. Voor een net beginnende burgemeester was het een overmoedige, ja zelfs pedante poging. Dat bleek al gauw op de schaars bezochte bijeenkomst, die ik had georganiseerd. De protesten werden overschreeuwd door de vraag wie het interieur eruit mocht halen. Toen de kerk weg was, werd ikzelf gestraft door de talloze duiven, die er jarenlang in huisden. Die kozen na de sloop meteen domicilie op het dak van mijn ambtswoning, die pal naast het voormalige kerkje lag. Ze maakten een vreselijke herrie in de goten. Liefst om vijf uur ’s morgens.

Terug naar de Zaan: bezint voordat men met slopen begint. Heb respect voor de geschiedenis van godshuizen, die niet alleen van waarde zijn voor een steeds kleiner wordende groep gelovigen. Probeer je in te denken, welk effect sloop heeft op een dorps- of buurtgemeenschap. Het voelt als het trekken van een kies, wanneer er een gat verschijnt op de plaats waar ooit werd gebeden, gedoopt en gevierd. We hakken het Czaar Peterhuisje toch ook niet om? 

De meeste kerkjes lenen zich prima voor herbestemming. Wonen, verzorgen of concerteren. Financieel gesproken niet rendabel maar gevoelsmatig wel.