De afgelopen week stond voor mij echt in het teken van De Orkaan. Niet zozeer vanwege de storm die oude bomen om maaide en mij met mijn tachtig kilo zelfs van mijn sokken blies. Maar wel omdat De Orkaan nu officieel door het Commissariaat van de Media is erkend als publieke lokale media-instelling.

Door Anneke van Dok

Bovendien voltooide ik de samenstelling van de lustrumuitgave, waarin mijn columns van het vijfde jaar zijn gebundeld. Ik laat nog weten wanneer het boekje voorhanden is. De Orkaan zelf viert zijn achtjarig bestaan. Ik was zo trots op de prestatie van mijn Zaanse opdrachtgever, dat ik het goede nieuws naar een van mijn uitgevers seinde. Zijn reactie wil ik jullie niet onthouden:

Het is inderdaad bijzonder knap (en daarmee heel interessant) om te zien hoe jullie zo’n actief platform samen onderhouden. Het aantal artikelen is enorm, ik zag alleen al vier berichten die gisteren waren geplaatst en zes van eergisteren. De meeste regionale platformen doen daar meer dan een week over, als het niet langer is.

Ook het aantal reacties is groot, onder een van de berichten stonden al meer dan twaalf reacties. Heel knap en mooi hoe jullie dat onderhouden. Ook mooi dat jullie het ook breed uitzetten en alle groepen erbij willen betrekken!

Zo nu horen we het eens van een ander: Er valt wat te vieren. En bij een viering hoort een cadeau. Als taalverslaafde zou ik het toejuichen, wanneer De Orkaan wordt beloond met poëzie. Op een Zaanse Facebook-pagina kwam ik een oeroud gedicht van journalist Jan Hottentot tegen. Hij schreef zijn gedichten voor De Typhoon toen ik daar leerling-journalist was.

Ik doe er ook een klein versje van mijzelf bij, ontleend aan een column die ik vijf jaar lang schreef.

Ik hoop, dat de trouwe lezers van De Orkaan mij zullen volgen, hun pen (symbolisch) in de inkt dopen gaan en hun dichtaders openen. Als blijk van waardering voor alle vrijwilligers die bijdroegen aan de storm die Piet en Merel veroorzaakten.

Mijn Zaan

Koude mist en stilte, zo intens dat alleen het gekras
Van ijzers je nog met de werkelijkheid verbindt
Geen hand voor ogen, maar door de geur wist ik waar ik was.
Hilko, Honig en Duyvis als dampende silhouetten langs een zilveren lint

Links de Bleeke Dood en rechts de wieken op de schans
Van stramme helden uit een noest verleden
En geliefd als trekpleister thans
Met gekruiste armen. Moegestreden.

Pompen filteren prut en zwavel uit De zaan
Je kunt er zelfs in zwemmen, maar schaatsen?
Dat zal niet meer gaan.

Foto: stukje gedicht Jan Hottentot.