Het lukte me vorige week niet om een column te schrijven, omdat ik emotioneel te sterk bij mijn onderwerp betrokken was. Het had ook geen zin om een ander item te kiezen, omdat mijn gedachten toch steeds afdwaalden.

Door Anneke van Dok

Dit overkwam me nadat ik de tv-documentaire De Wasstraat had bekeken, en ik kort daarna de brief las die Lodewijk Asscher aan de PvdA-leden brief had gestuurd. Daarin legt hij uit waarom hij lijsttrekker blijft, ondanks zijn prominente rol in het toeslagenschandaal.

De documentaire over de wasstraat ging over jonge mensen met een treurig verleden, die dankzij een ondernemer met een warm hart, een goede baan hadden gevonden. In het politieke jargon kregen deze jongeren het etiket ‘achterstand tot de arbeidsmarkt’ opgeplakt. En dat stigma rechtvaardigde politici tot een tot mislukken gedoemd beleid. Jongeren in de Wajong werden alvast gekort op hun uitkering, omdat ze over restcapaciteit beschikten voor de arbeidsmarkt. Anderen werden uitgeleverd aan de vrije markt, waar weinig ondernemers met een warm hart beschikbaar bleken te zijn. In De Wasstraat werd pas goed duidelijk, wat de jongeren met een weeffoutje werd ontnomen: een veilige baan waarin ze volledig tot hun recht komen en waarvan ze gelukkig worden. (Toen de sociale werkplaatsen werden beknot, bleef een volksprotest uit.)

Verder dan zo kan een sociaal-democratisch bestuurder niet afdwalen, dacht ik. Maar dat had ik al een keer eerder gedacht, namelijk toen een vergelijkbare truc werd uitgehaald met het speciaal onderwijs. Jarenlang was ik bestuursvoorzitter van een groep scholen voor leerlingen met leer- of gedragsproblemen en vanuit die achtergrond had ik ernstige bezwaren tegen ‘het rugzakje’ waarmee ‘mijn’ kinderen naar de gewone basisscholen werden gestuurd.

(Ik stond, samen met een paar insiders, alleen in mijn protest.)

En nu de druppel die de emmer bij mij doet overlopen: de toeslagenaffaire, waaraan nagenoeg iedereen rond de Haagse Hofvijver schuldig is geweest, en die tien jaar lang voortduurde, dreigt straks met een sisser af te lopen. Omdat de kwestie ditmaal wordt overruled door de verlenging van de Covid-lockdown. De oproep aan de verantwoordelijken om op te stappen, wordt alvast van het etiket ‘symbolische handeling’ voorzien.

‘Ik loop niet weg voor de dingen die niet goed zijn gegaan,’ zei Asscher in een interview met Trouw van vorige week. Dat deed hij tijdens zijn ministerschap wel, maar nu zijn loopbaan in het geding is, gebruikt hij uitgerekend dit motief. 

Op het Zaanlands Lyceum was ‘zitten blijven’ je lot, als je drie vette onvoldoendes op je rapport had. Maar politici presenteren het als een deugd. Ik vraag mij af hoeveel onvoldoendes zij mogen scoren voor zitten blijven wordt omgezet in: weggestuurd.