Allereerst gaan we nog even terug naar aflevering 37 in deze serie en dat ging over de brand in Houtmeelfabriek ‘De Haan’ en molen ‘De Grootvorst’. Over de naam van ‘de Grootvorst’ is veel te doen geweest door de loop van de jaren, was het verhaal van de timmerende Czaar Peter echt of was het een mythe rondom de molen. Waarschijnlijk zullen we het nooit weten. Over de fabriek ‘De Haan’ (eigenaar D. Groot) is nog wel even iets leuks te vermelden.

Door Thijs de Gooijer

Een machinefabriek in Amsterdam, waarvan C. v.d. Woude firmant was kreeg kort na de oorlog opdracht van de Nederlandse Bank om het oude ongeldig verklaarde bankbiljettengeld te vernietigen. De capaciteit van die fabriek was echter te gering en men vroeg aan D. Groot om dit werk over te nemen. Schipper Bets voerde daarop partijen aan van 20 ton tot een totaal van 180 ton met een waarde van ca. twee en een half miljard gulden!

Alleen joden en mensen die in Duitsland tewerk waren gesteld en terug moesten komen, konden hun bankbiljetten nog omwisselen voor nieuw geld. De verleiding was dus heel groot om wat te verduisteren, de bewaking was altijd aanwezig en streng. Toch gelukte iemand om een flink pak biljetten van 25 gulden mee naar huis te nemen. Hij probeerde dit bij de bank om te wisselen. Hij had pech want de serienummers waren nooit uitgegeven. De man liep tegen de lamp en werd gearresteerd, ontslag volgde ook.

De Nederlandse Bank had permanent zeven mensen bij de vernietiging staan als controleurs en in de nachtelijke uren waakte de Marechaussee nog over de voorraden.

Vlak daarna in 1946 en 1947 maalde ‘De Haan’ nog honderden tonnen zeer giftig Hexachloorcyclohexaan en mengde dit met kalk. Dit product was bestemd voor de bestrijding van de coloradokever. Zo maalde men dus vaak andere zaakjes. Ook buurman/pelmolen ‘De Grootvorst’, die maalde ten tijde van de brand knopen (Dagblad de Zaanlander).

De brand in ‘Het zwarte Kalf’. Eigenaars Fa. Oly en Co.

Op zondagmorgen 14 september 1924 omstreeks 9 uur ontstond er brand in de uit 1649 daterende oude molen ‘Het zwarte Kalf’. De molen stond aan de Poel, een water gelegen bij het buurtschap ‘Haaldersbroek’. Dit water staat in verbinding met de Zaan.

Watermolen Het Pinksternakel met daarachter Het Zwarte Kalf

Het was een bijzonder sterk gebouwde molen. Robuust met balken van een halve meter dikte. Zo stond hij bijna 300 jaar aan de Poel dat weldra zou veranderen in een vuurpoel. De molen verwerkte cacaodoppen en cacao-afval. Brandbare zaakjes dus. Zware gitzwarte rookwolken waren na het ontdekken van de brand al snel in de omtrek te zien met daartussen hoog uitschietende vlammen. Er was nog gewekt in de molen tot zaterdagnacht 12 uur. De nachtwaker had zondagmorgen om kwart over 8 nog een controleronde gedaan en niets vreemds bemerkt. Drie kwartier later stond de molen in de brand. En Het Zwarte Kalf veranderde al snel in een vuurrood Kalf.

Het zwarte Kalf aan de Poel aan de overkant de St.Lucas

De brandweer kampte met een groot probleem. De molen stond op een soort klein schiereilandje, er was wel een klein bruggetje maar dat was te smal voor de grote spuit. De brandweer bleef dus met de grote spuit op de verderop gelegen hoofdweg staan en legde maar liefst 350 meter (!) slang uit om bij de brand te komen. Dwars door het water heen. Daarvoor werd een vrachtboot gekaapt en daar werden mannen, slangen en straalpijpen op gesmeten. Zo ging men al aankoppelend dwars door het water heen naar de brand. Daar aangekomen werd de slang in 2 gedeeld en kon men blussen. Bijkomend probleem was dat door de grote afstand de brandweer geen opdrachten aan elkaar konden geven, ondanks enorm geschreeuw wat schorre kelen zou opleveren. Er werd dus met vlaggen geseind.

Brand in het Zwarte Kalf

Net nadat er water werd gegeven viel de molen met donderend geraas in elkaar. Enorme vlammen schoten de lucht in en de hitte die daarbij vrijkwam was enorm. De schuren waren nog wel deels intact, maar ja… daar stonden ijzeren vaten met ruwe olie. Commandant Van Heijnsbergen schrijft in zijn verslag dat het een geweldig maar soms angstig gezicht was als zo’n vat explodeerde. De vaten waren van ijzer en als zoiets uit elkaar knalt met een steekvlam gaat dit met grote kracht. Hij schrijft verder dat als er zo’n vat uit elkaar sprong de brandweerlui achteruitsprongen en daar vaak struikelden over allerlei rommel wat daar al lag. Het Handelsblad schreef iets over de brand de volgende dag en men kon lezen dat de brandweer ‘geen duim’ achteruit week als er een vat de lucht in ging. De correspondent is er vast niet bij geweest want Van Heijnsbergen schrijft dat ze achteruitvlogen bij een knal en al tollend en bukkend een goed heenkomen zochten.

Veel Zaankanters waren getuige van de brand. Op de oevers stonden honderden mensen te kijken naar dit geweldige maar ook angstaanjagende schouwspel. Ook kwamen er tal van bootjes via de Zaan de ‘Poel’ op varen om van de verdwijning van het Kalf getuige te zijn en maar niets te missen van dit inferno. Wat vreselijk triest. De bouw van de molen die aan 13 mensen werk bood had 8 maanden geduurd en nu lag hij in 30 minuten op de grond, en de oorzaak was onbekend.

Molen Zwarte Kalf, wat overbleef was slechts as en een paar olievaten

De brandweer ontving complimenten van allerlei kanten waaronder collega’s uit omliggende gemeentes. De spuitgasten hadden alles gegeven wat mogelijk is. De samenwerking van diverse korpsen (o.a. een drijvende motorspuit) had tot resultaat dat schuren, een maalafdeling en een motorhuis behouden bleven. Daar werd later een geheel nieuwe fabriek omheen gebouwd. Ook deze fabriek werd later afschuwelijk bezocht door de Rode Haan, want als cacao eenmaal wil branden, tsja… maar daarover later meer.

Lees hier alle afleveringen van Zaanstreek Cocoa-Valley.

Door Thijs de Gooijer. Bronnen: Dagblad de Zaanlander, Gemeentearchief Zaanstad, Brandweerschetsen door Van Heijnsbergen, Archief T. de Gooijer.