Toen Jan Schoen voor de permanent gesloten deur van zijn vaste kapper stond, zeeg hij, met z’n gespleten haarpunten, neer op een bankje. Naast de Wilhelminasluis werd hij daardoor getuige van een tafereeltje dat hij ons niet wilde onthouden. 

Wij delen het graag met jou: 

“In de Wilhelminastraat te Zaandam belaagden twee eksters een oude kat. De kat had niets kwaads in de zin, koesterde zich behaaglijk in de schaduw van de bomen. Het goed gevoede huisdier had uit solidariteit en met vredelievende bedoelingen dezelfde kleuren als de eksters aangenomen. Van die bedoelingen waren de eksters niet overtuigd, want de agressieve vogels vonden het nodig om met veel misbaar de kat het leven zuur te maken, geholpen door krijsende soortgenoten die zich in de boom verschanst hadden. De kat trok zich weinig aan van alle commotie. Af en toe richtte het dier spinnend zijn kop even op, waarop de eksters een meter de lucht insprongen tot de kat zijn ogen weer sloot. En dan begon het rumoer opnieuw. Na enige tijd kreeg de kat genoeg van het gekrijs, stond op en wandelde zonder op of om te kijken de hoek om. Waarna de rust weerkeerde.”

Door Jan Schoen en een beetje Merel Kan