Het plan om Schiphol terug te laten gaan naar een maximum van 440.000 vluchten is uitgesteld tot minstens 2025. Omdat het Europees geregeld moet worden, kan zo’n besluit pas op 1 november 2024 worden afgerond.

Minister Harbers hoopt wel het aantal vluchten van en naar Schiphol op andere manieren te beperken. Harbers hoopt nu op een krimp tot tussen de 465.000 en 450.000 vluchten per jaar.

Dat zegt Harbers in een interview in Luchtvaartnieuws van december 2022 waarvan alvast een stukje online staat.

Schiphol bereikte in 2017, 2018 en 2019 de grens van 500.000 vluchten. In de coronajaren 2020 en 2021 halveerde dit. In 2022 lijkt de nationale luchthaven uit te komen op zo’n 410.000 vluchten. Als het patroon van de afgelopen maanden zich voorzet zal Schiphol in 2023 440.000 à 450.000 vluchten verwerken. Het kabinet wilde dat beperken tot 440.000. Dat is dus enigszins op de lange baan geschoven.

Harbers denkt het aantal vluchten toch te kunnen beperken door de regels te gaan handhaven op Schiphol (tot dusver gebeurde dat niet ten aanzien van de milieuregels) en door ‘strikt preferentieel baangebruik’ verplicht te stellen wat zou moeten leiden tot minder geluidsoverlast en ook tot minder vluchten. Beide maatregelen werden overigens ook al in juni 2022 aangekondigd toen Harbers de nieuwe grens van 440.000 bekendmaakte.

Raad Zaanstad

In de gemeenteraad van Zaanstad werd gisteravond ook over Schiphol gesproken bij de behandeling van een agenda-initiatief van GroenLinks en PvdA waarmee Zaanstad opgeroepen werd zich harder uit te spreken om de overlast (vooral in Assendelft en Krommenie) van Schiphol te beperken.

Hoe dat precies zou moeten gebeuren bleef duister. Zaanstad heeft er namelijk niks over te zeggen. Vrijwel alle partijen (behalve DZ) vonden dat de overlast inderdaad serieus genomen moest worden maar daarbij hield de eenstemmigheid wel op. VVD’er Casper Davelaar (zelf woonachtig in Saendelft) pleitte voor het anders aanvliegen van Schiphol en meer bomen in Saendelft (maar minder dan 440.000 vluchten hoefde van hem niet).

Maar wat dan wel? Initiatiefnemer Natascha Stroo (GL) ‘wil invloed in diverse gremia aanwenden’ en dat soort uitspraken (‘lobby’) werden meer gehoord. Ook de POV (Lars Drenth) was niet voor verdere krimp maar wel voor stillere vliegtuigen, een vliegveld op de Noordzee en geluidsisolatie van woningen). Stella Pieterson (PvdD) keerde zich tegen de nieuwe OV-hub op Schiphol en vond dat de vele internationale overstapvluchten wel geschrapt konden worden. Dat laatste werd onderstreept door Flip Hoedemaeker (D66): “Veel mensen zijn de overlast van Schiphol spuugzat”. Hoedemaeker vond ook dat mensen maar eens de echte (hoge) prijs voor een ticket moesten gaan betalen. Hanneke Veurink (CU) zou het plan om reclame voor vluchtreizen te verbieden wel willen steunen, dat zou volgens haar “symbolisch wel helpen”. Ook werd er gepleit voor beter internationale treinverbindingen om een alternatief voor vliegen te bieden.

PVV’s Carin Gouwerok vond de reductie van 60.000 vluchten reductie genoeg, andere maatregelen waren volgens haar onnodig. Het enige 100%-tegengeluid kwam van Jos Kerkhoven van DZ die stelde dat er juist minder overlast was (“burenruzies zijn erger”), dat vliegtuigen weinig CO2 (“Er is geen CO2 probleem”) en stikstof uitstoten, dat de economie Schiphol belangrijk was, en dat 60.000 vluchten minder niet nodig was (en ook niet ging gebeuren).

Kerkhoven was een eenzame roepende in de woestijn, maar raadsleden die het niet met hem eens waren, hadden soms ook al de moed opgegeven. “Wat kunnen we eigenlijk doen aan Schiphol?” vroeg Julie van ’t Veer (CDA) zich af. Hanneke Veurink (CU) voelde zich ‘machteloos’ bij dit dossier. Mariska Schuttevaer (ROSA): “Ik weet het zelf vaak ook niet meer…”

Erg veel kon wethouder Wessel Breunesse niet beloven, de “overlast van Schiphol wordt door college erkend en herkend” maar concreet leverde dat weinig op, behalve om zich in regionaal verband, samen met andere gemeenten sterk te maken voor de vermindering van overlast waarna hij er nog een politieke stoplap ingooide: “De positieve ontwikkeling (regionale afspraken) moet handen en voeten krijgen…”.