De gemeenteraad van Zaanstad sprak uitvoerig over windmolens langs het Noordzeekanaal. Niet dat de raad daarover gaat overigens, het is provinciaal beleid. Zaanstad mag de ‘spelregels’ vormgeven waarin bepaald wordt “onder welke voorwaarden er windenergie in het zoekgebied tot stand kan komen.”

Die ‘spelregels’ zouden vooral de participatie betreffen en de voorwaarden van de plaatsing: hoe hoog en hoe beperk je de overlast voor de omgeving. Wordt dat alleen door de hoogte bepaald of ook door het geluid en de schaduwwerking?

Maar, zoals gezegd, Zaanstad gaat daar niet over. Dat leidde tot een ongemakkelijk debat waar vooral de tegenstanders van windenergie lekker los konden gaan. Marianne de Boer (DZ) pleitte ondermeer voor kernenergie en doorgaan met gaswinning in Groningen. Maar daar gaat die partij (of Zaanstad) natuurlijk niet over. Peter van Haasen was gewoon overal tegen (qua windmolens): “Windturbines zorgen voor overlast, gezondheidsklachten en horizonvervuiling.” Die twee partijen stemden als enige tegen de ‘startnotitie spelregels’.

Andere partijen probeerden in de marge te rommelen door de voorwaarden wat aan te scherpen. Wat de precieze voorwaarden zijn, is overigens niet bekend. Op de achtergrond speelt ook de omstreden beslissing van de gemeente Amsterdam mee om windmolens op de grens van Zaanstad te zetten. Daartegen ageren en dan zelf akkoord gaan met windmolens op je eigen grondgebied is ongemakkelijk.

Zaanstad wil tussen 2030 en 2040 energieneutraal zijn waarmee op de landelijke trend vooruitgelopen wordt. Een boterzachte belofte uiteraard (eerder kondigde de gemeente al eens aan om in 2020 energieneutraal te zijn).

De zoekgebieden die provinciaal zijn vastgesteld.