Vandaag – donderdag 13 juli – diende bij de bestuursrechter van de Raad van State in Den Haag een zaak waarbij Zaanstad een voorlopig voorziening aanvroeg in afwachting van hoger beroep tegen de eerdere uitspraak van de rechtbank. De Orkaan was bij de rechtszaak aanwezig.

Zaanstad wil geen vergunning verlenen voor de bouw van een woning aan de Zuiderhoofdstraat in Krommenie. In mei oordeelde de rechter in Haarlem dat de gemeente die vergunning moest geven, maar Zaanstad probeert via de Raad van State die uitspraak terug te draaien.

De gemeente vindt dat er geen tweede (hoofd)gebouw op het terrein mag worden gebouwd. Eigenaar E. de Boer vindt dat hij allang een vergunning had moeten hebben, hij heeft immers al bijna een jaar geleden die aanvraag ingediend en als Zaanstad daar niet binnen 8 weken op besluit, wordt die vergunning automatisch verleend. Dat is niet gebeurd. Ook de rechter in Haarlem vond dat en droeg Zaanstad op de vergunning te publiceren – dat is inmiddels nog steeds niet gebeurd.

De gemeente heeft al een dwangsom van € 100 per dag, met een maximum van € 15.000 opgelegd gekregen vanwege het niet tijdig publiceren van de vergunning. Zaanstad heeft hoger beroep ingesteld en vraagt nu om een voorlopige voorziening om te voorkomen dat de vergunning alsnog gepubliceerd moet worden.

Ze stellen dat de kwestie gevolgen heeft voor andere percelen en aanvragen binnen het bestemmingsplangebied, en daarom zoeken ze een beslissing van een hogere rechter. Zaanstad heeft de bouwaanvraag voor een woning te laat behandeld en stelt nu dat het geen reguliere procedure is, maar een ‘uitgebreide procedure’ waarbij het bestemmingsplan moet worden aangepast – maar ook dat heeft de gemeente niet gepubliceerd.

Lees hier een uitgebreider artikel over de voorgeschiedenis van de zaak.

Bouw op perceel betwist

Tijdens deze zitting draait het om de kernvraag of het bestemmingsplan ruimte biedt voor meerdere hoofdgebouwen op het perceel van De Boer. Op 11 augustus 2022 heeft E. de Boer een omgevingsvergunning aangevraagd voor de bouw van een woning op het achtererf van zijn perceel aan de Zuiderhoofdstraat 115 in Krommenie (hoek Padlaan), terwijl hij zelf het huis aan de voorkant bewoont.

Zaanstad beschouwt het perceel van De Boer volgens het bestemmingsplan als één geheel, waardoor De Boer geen extra (hoofd)gebouw mag bouwen. “Advocaat Stam, die namens De Boer optreedt, is echter van mening dat de feitelijke situatie duidelijk aangeeft dat er sprake is van twee afzonderlijke percelen.

Stam benadrukt dat de discussie aantoont dat er onduidelijkheid bestaat in het bestemmingsplan. Ze pleit ervoor om in het nieuwe bestemmingsplan een helderdere formulering op te nemen om vergelijkbare kwesties in de toekomst beter te kunnen reguleren.

De staatsraad (rechter bij RvS) vindt ook dat het bestemmingsplan onduidelijk is en benadrukt dat bij het doen van de uitspraak het om de interpretatie van het bestemmingsplan gaat. Het ontbreken van eerdere vergelijkbare zaken maakt het moeilijk om jurisprudentie toe te passen, wat het probleem bemoeilijkt.

Zaanstad verwijst naar de nota Bor* (Besluit omgevingsrecht) waarin één hoofdgebouw als uitgangspunt wordt genoemd. Het probleem ontstaat wanneer er twee gebouwen met dezelfde gebruiksbestemming aanwezig zijn op één perceel. Zaanstad benadrukt dat op andere percelen in Krommenie vaak sprake is van tweede gebouwen met een bedrijfsmatige functie. Vanwege de onduidelijkheid in de planregels is interpretatie noodzakelijk, waarbij de nota Bor als mogelijke leidraad kan dienen.

Frustratie en teleurstelling

De Boer is een geboren en getogen inwoner van Krommenie. Naast zijn ijssalon heeft hij een sterke band met Krommenie en investeert volgens zijn advocaat in de omgeving. Hij begrijpt het belang van het historisch behoud, daarom is zijn ontwerp in historische stijl gemaakt. Volgens Stam kan De Boer er niet bij dat er wel vergunningen worden verleend voor andere grote en onaantrekkelijke gebouwen.

“Mijn cliënt heeft een buitengewoon groot belang bij de bekendmaking van de vergunning. Er is een vergunningsaanvraag ingediend en bijna een jaar is verstreken. Gedurende deze tijd zijn er aanzienlijke kosten gemaakt, zoals de architectkosten en de financiering van het bouwproject.”

Volgens advocaat Stam weegt het belang van haar cliënt zwaarder dan het belang van de gemeente. De vergunningsaanvraag is volgens haar correct ingediend en er zijn geen ernstige maatschappelijke gevolgen te verwachten. Het betreft immers een kleinschalig bouwproject. Ook De Boer zelf uitte zijn frustratie en teleurstelling over de gang van zaken.

“Ik begon met een leuk initiatief en had een goed idee. Toen ik aan de ambtenaar vroeg naar de bouw op het perceel, verzekerde hij me dat er geen probleem was. Ik had echt niet verwacht dat het uiteindelijk zo zou lopen.”

Tijdens de zitting is er door de staatsraad niet gesproken over de vraag of de juiste procedure is gevolgd en of er eventueel een dwangsom kan worden opgelegd als de vergunning niet wordt gepubliceerd. De uitspraak over de voorlopige voorziening zal op een later moment worden gedaan door de RvS. De Orkaan zal deze bekendmaken zodra deze beschikbaar is.

* Het Besluit omgevingsrecht (nota Bor) is een wettelijk document dat regels en voorschriften bevat met betrekking tot de ruimtelijke ordening en de omgevingsvergunning. Het biedt richtlijnen voor het gebruik en de bebouwing van percelen en vormt een basis voor het bestemmingsplan. Het is bedoeld om de rechtszekerheid en de uniformiteit in het omgevingsrecht te bevorderen.

Door: Nick Boeske (De Orkaan). Info: Zitting RvS, uitspraak rechtbank Haarlem, Gemeenteblad Zaanstad en woordvoerder van burgemeester van Zaanstad. Foto: De Orkaan