Deze dichtregel komt uit het gedicht De zeer oude zingt van Lucebert en is helaas van toepassing op al het cultureel erfgoed van Nederland. De nieuwe erfgoedwet belooft enige verbetering te brengen, maar is alleen van toepassing op Rijksmonumenten.

Door Anneke van Dok

Het winkelpandje in de Zuiderhoofdstraat in Krommenie heeft die kwalificatie niet. Zelfs als het tot gemeentelijk monument was gepromoveerd, zou een instandhoudingsplicht weinig effect hebben. De historische waarde legt het namelijk meestal af tegen de kosten van onderhoud of de winst die met nieuwbouw kan worden behaald. Als oud- voorzitter van Heemschut moet ik dat tandenknarsend erkennen.

Zo’n tien jaar geleden vonniste een rechter, dat verwaarlozing gelijkstond aan vandalisme, wat strafbaar is. Daarna heb ik nooit meer iets van dit arrest gehoord, en ik kan het ook niet meer terugvinden op internet. Heemschut zet echter ook met niet-juridische middelen in, om datgene te behouden wat van historische betekenis is. Er wordt actie gevoerd en overleg gepleegd met mensen die een pand een warm hart toedragen. Dat laatste blijkt in Krommenie zeker het geval.

Het helpt, wanneer het gemeentebestuur beleid maakt; voor een goede inventarisatie en beschrijving zorgt van al zijn erfgoed. En liefst ook van modernere bouwstijlvoorbeelden, die kenmerkend zijn voor de periode waarin ze werden gerealiseerd. Het helpt ook als er goed wordt nagedacht over de herbestemming en zelfs aankoop van kwetsbare panden. Op deze manier belandden tientallen monumentale woningen van de gemeente Hoorn in handen van de Stichting Hendrik de Keijzer, die ze vervolgens goed onderhoudt en verhuurt. Stadsherstel speelde daarin een belangrijke rol.

In Dresden legde de stadsgids me uit, hoe de instandhoudingsplicht van gerenoveerde monumenten werd afgedwongen: de nieuwe eigenaren moesten een contract tekenen, waarin stond, dat het eigendomsrecht zou vervallen als het onderhoud werd verzaakt. In Nederland zien we te vaak met lede ogen toe hoe een pandje, dat behalve historische en architectonische waarde ook emotionele betekenis heeft, langzaam instort.

Het gedicht van Lucebert wil ik u daarom niet onthouden

de zeer oude zingt

er is niet meer bij weinig
noch is er minder
nog is onzeker wat er was
wat wordt wordt willoos
eerst als het is is ernst
het herinnert zich heilloos
en blijft ijlings

alles van waarde is weerloos
wordt van aanraakbaarheid rijk
en aan alles gelijk

als het hart van de tijd
als het hart van de tijd