Net terug van een lange vakantie, ben ik nieuwsgierig naar het wel en wee in mijn geboorteplaats, die door een verontwaardigde Orkaanlezer werd gedegradeerd tot Zaandorp.

Zaanstad dankte deze denigrerende naamwisseling aan een kapotte regenpijp, die passanten een koude douche bezorgde en negatieve reacties in De Orkaan ontlokte. Eén mopperaarster beweerde zelfs te gaan verhuizen, omdat de stad verloederd is.

In de dorpen en steden van de voormalige DDR, waar ik mijn vakantie vierde, zag ik nog veel kenmerken van een weinig fotogeniek verleden. De met stukken asfalt opgelapte wegen zagen eruit als een kunstig  patchwork, in vele tinten grijs. De winkels herinnerden  aan eind jaren vijftig van de vorige eeuw; de te koop aangeboden kleding hing aan knaapjes en de schoenen stonden in hun dozen in de etalages. Het beroep van etaleur was blijkbaar niet populair. Soms was het even zoeken naar een entree: die herkende je aan de deurmat die er voor lag. Die winkels waren tussen de middag meestal dicht, en van sommige gingen de deuren zaterdagmiddag na de lunch ook niet meer open. Alsof de tijd had stil gestaan.

In de weken dat ik door Saksen en Mecklenburg- Vorpommern trok, zag ik weinig gele kentekenplaten, want van buitenlands toerisme was nauwelijks sprake, hoewel het gebied talloze heldere meren telt. Stadjes als Ludwiglust, Parchim en Plau am See verdienen meer aandacht. Juist de afwezigheid van spectaculaire aspecten maakte het verblijf er zo aangenaam en ik kreeg steeds meer oog voor de aandacht, die er wel was: voor alles wat van belang  is voor gewone mensen. Er waren vrij liggende fietspaden langs  wegen, mooie restauraties van de ooit verfoeide flatblokken (die in onze steden liever werden gesloopt) en een eenvoudig maar duidelijk parkeerbeleid. De alles- moet- luxer -storm  die door West- Europa raasde,  ging aan de steden achter het ijzeren gordijn voorbij.

Het communistische bewind was uiteraard verwerpelijk en de hereniging van oost en west was een pak van ons hart, maar de nog steeds aanwezige soberheid zet me wel aan het denken: misschien vormen die lekkende regenpijp, en het onvermogen van de gemeente om er wat aan te doen wel een treffend symbool van wat er mis is: een gebrek aan aandacht voor gewone dingen, die de mensen raken.

Anneke van Dok

Kijk ook even naar Boek-dok.nl, want daar vindt u het literaire werk van mij, Martin Rep, Lida Sanders, Jan Pronk, André Nuyens, Karen Groeneveld, Joop Scheffers en Birdal Özunan.  

Boven: gemeentewapen Lübz en ZNSTD