Vorige week maakte Zaanstad bekend dat er wel ‘onhandig’ geopereerd was bij de naamswijziging van Hobo naar Piccolo in Zaans Hout maar dat er van ‘homofoob gedrag’ geen sprake was.

Nu is het volledige onderzoeksrapport openbaar. De vraag: “waarom wilden toekomstige bewoners van Hobo niet dat hun straat zo heette” wordt daarin (deels) beantwoord: het klonk “onaangenaam in de oren”.

De tijdlijn:

3 juni 2015: De naam Hobo stuitte op bezwaren van tien mogelijk toekomstige eigenaren-bewoners van Zaans Eiland I (bij de vroegere belt). Zij dienden een verzoek tot wijziging van de straatnaam in. De aangedragen motivering voor dat verzoek was dat de naam “onaangenaam in de oren” klonk. Bij de gemeente dacht men dat er nog geen bewoners waren waardoor er geen andere belangen werden geschaad.

17 november 2015: Na advies van de commissie Straatnaamgeving besloot het college tot wijziging van de straatnaam Hobo in Piccolo.

27 november 2015: Bewoners van Hobo (die er dus toch waren) dienden bezwaar in tegen het wijzigingsbesluit. Ambtenaren waren van een (oude) tekening uitgegaan. De bewoners stelden voor om de straat te splitsen (dat is nu ook de situatie).

De eerste tekeningen, de eerste klagers zouden in het onderste stuk gaan wonen, maar op het stukje boven het water hadden al mensen een woning of kavel gekocht.

1 februari 2016: Hoorzitting waarbij twee bezwaarmakers (tegen de naamsverandering) wel verschenen en uitgebreid het woord voerden. De uitgenodigde eerdere verzoekers kwamen niet opdagen. Daarom konden ze ook niet uitleggen waarom ze naamswijziging wilden.

25 februari 2016: B&W staat op het punt om het bezwaar tegen de naamswijziging gegrond te verklaren maar wil nog kijken naar het schikkingsvoorstel. Volledige herroeping van de straatnaam Hobo zou hoogstwaarschijnlijk leiden tot nieuwe (gegronde) bezwaren en mogelijk een verzoek tot schadevergoeding. Bovendien konden de bezwaarmakers naar de bestuursrechter gaan en daar had Zaanstad ook geen trek in. Het schikkingsvoorstel werd voorgelegd aan de straatnamencommissie.

18 maart 2016: Terwijl de gesprekken nog liepen over de uitvoerbaarheid van de schikking, verscheen op De Orkaan een artikel met de volgende tussenzin: “Hobo? Dat lijkt wel een beetje op homo. Gemopper, gemor, klachten en bezwaren. De gemeente is gezwicht.” Ambtenaren krijgen een boos telefoontje van bezwaarmakers naar aanleiding van het artikel waarin zij beweerden dat de gemeente zou hebben gelekt uit de overleggen met hen. Zaanstad ging nog steeds voor de schikking (twee namen).

22 maart 2016: Na positief advies van de straatnamencommissie, besluit het college om de straatnaam Piccolo aan de noordkant van de brug, terug te wijzigen in Hobo. De eerdere verzoekers behielden de straatnaam Piccolo.

Discriminerende ondertoon

8 april 2016: Eén van de (eerdere) bezwaarmakers naam contact op met een ambtenaar van P&O omdat naar zijn zeggen “de discriminerende ondertoon achter het aanvaarde compromis hem toch dwars zat”. Hij verwees daarbij naar de tussenzin in het artikel in de Orkaan van 18 maart.

23 oktober 2016; Eerdere bezwaarmakers dienen een klacht in bij Bureau Discriminatiezaken (BD), die vragen de gemeente waarom ze de straatnaam hebben gewijzigd. Bij Zaanstad wordt daarop in de eerste helft van 2017 een intern leeronderzoek gestart.

19 juli 2017: Afsluitende brief aan de klagers en BD met excuses, “de belangenafweging in deze kwestie is onvolledig geweest”. Wijziging van de straatnaam heeft volgens Zaanstad “niets te maken met de naam Hobo.” Waarom de aspirant-kopers de naam Hobo wilden wijzigen is niet onderzocht. En:

“helaas is bij de behandeling van het verzoek niet onderkend dat u al op Hobo woonde.”

15 augustus 2017: De klagers zijn niet tevreden:

“Hierbij dienen wij een klacht in over de manier waarop twee ambtenaren van de gemeente Zaanstad onze melding van discriminatie hebben afgehandeld. (..) Deze ambtenaren hebben (..) door hun opstelling alles in het werk gesteld om ons geen antwoord te geven op de vraag of de Zaandamse straatnaam Hobo door de gemeente is gewijzigd omdat hij bepaalde aspirant-kopers van kavels in de straat aan homo’s deed denken. (…) de genoemde ambtenaren hebben een ontwijkende en langdradige procedure bij de behandeling van onze melding van discriminatie ingezet om uiteindelijk op cryptische wijze te antwoorden dat het duidelijk is dat het wijzigen van de straatnaam Hobo niets met de naam van de straat van doen heeft gehad.”

4 oktober 2017: In een brief namens de gemeentesecretaris a.i. wordt de associatie hobo/homo overigens zelf gelegd, en wordt ook aangegeven dat de gemeente er belang bij heeft kopers tegemoet te treden (‘opportunisme’).

“Wanneer aspirant-kopers aangeven een kavel niet te willen kopen vanwege een associatie die zij zelf maken (zijnde: ‘het woord Hobo lijkt op het woord homo’), moeten wij niet zomaar tegemoetkomen aan deze wens. Het lijkt dat opportunisme heeft meegespeeld in deze beslissing – de gemeente heeft er belang bij dat de kavels verkocht worden. Hierdoor heeft de gemeente mijns inziens te snel gehandeld en onvoldoende nagedacht over de consequenties van haar handelen.”

Die zin wordt door BD opgepakt. Het onderzoeksrapport daarover:

“door het woord ‘lijkt’ onder de subtitel: ‘mijn visie op de situatie‘, gezien worden als een veronderstelling van de klachtbehandelaar (gemeentesecretaris a.i.). Die veronderstelling is toen door hem niet geverifieerd. Had hij zijn veronderstelling wel geverifieerd dan was hij te weten gekomen dat het feitenonderzoek in het kader van het leertraject volgend op de klacht bij Bureau Discriminatiezaken, geen bewijs had opgeleverd voor een dergelijke veronderstelling.”

Maar dan is de geest al uit de fles. Nadat het nieuws van Bureau Discriminatiezaken over de zaak ook landelijk wordt opgepikt besluit de gemeenteraad in oktober 2018 om een onderzoek te vragen.

Of de hele straat weer Hobo gaat heten? Dat is een volgend hoofdstuk.

De nieuwe naam